DE NATUURLIJKE WAARDEKETEN HERUITVINDEN
Gesprek met
Tjeerd Veenhoven en Christien Meindertsma
Waar de fixatie eerst op materiaal lag, zou de interesse volgens Christien Meindertsma en Tjeerd Veenhoven naar de waardeketen moeten verschuiven. Beide ontwerpers worden gedreven door vragen als: hoe kun je materiaalonderzoek in bedrijven gebruiken? Wat is de waarde van materiaal-ontwerp? Waar wordt het geld verdiend? Hoe kunnen ontwerpers zich beter verbinden, ook met grote bedrijven. En hoe kunnen we materialen en producten om ons heen beter begrijpen? Eén ding is zeker: zowel het materiaal als het creëren van verbindingen ís de waarde van de keten.
Christien Meindertsma en Tjeerd Veenhoven kennen elkaar uit het vak, maar hebben nooit samengewerkt. Wat hen verbindt, is het onderzoek naar de oorsprong van producten, de verwerking van natuurlijke, soms bijna ‘vergeten’ materialen en de levensloop van voorwerpen en grondstoffen. Christien Meindertsma heeft met haar onderzoekende houding via haar uiteenlopende ontwerpen, van boeken tot de One Sheep Sweater, gevestigde consumptiewijzen en denkpatronen voor het voetlicht gebracht. Tjeerd Veenhoven is product-ontwerper en werkt met natuurlijke materialen. Of het nou een slipper van palmleer betreft, een houten stoel gecoat met tulpenpigment of een tafelblad van grassoorten, hij experimenteert met productietechnieken en ontwerpt producten en waardeketens – van grondstof tot product inclusief de consumentenervaring.
Jullie werken allebei in of met bedrijven. Hoe werkt dat, pionieren in bedrijven. Welke positie neem je in?
Christien Meindertsma (CM)
het leuke en lastige aan pionieren is dat je altijd iets nieuws aan het uitvinden bent. Je werkt aan uitvindingen waar mensen misschien iets aan hebben, maar dat ebt pas later door. Als ik consultant was geweest, zou ik hetzelfde kunnen onderzoeken, maar is de verwaarding anders. Toch heb ik er veel voordeel van om als ontwerper een vreemde eend-in-de-bijt te zijn, omdat mensen mij toelaten in systemen. Ik kan als eenling rustig onderzoek doen en rondkijken.
Tjeerd Veenhoven (TV)
Ja zo zie ik dat ook. Het is voor mij bijvoorbeeld belangrijk om te weten wáár ik binnen kom in die systemen. Is het top down, via de communicatieafdeling, via de ingenieurs? De eerste gesprekken die ik met bedrijven voer, gaan altijd over hoe zij in staat zijn om innovaties in hun huidige systeem op te nemen. Daar schort het namelijk vaak aan. De bedrijven hebben een klassieke ontwerpafdeling waar producten vanuit de technologie de markt worden ingedrukt, in plaats van te kijken wat mensen werkelijk willen en of we daaraan kunnen voldoen.
CM
Voor veel ondernemers werkt het zo dat ze iets gaan uitvinden, en die uitvinding vervolgens gaan vermarkten. Ze doen niet steeds een nieuwe uitvinding. Als ontwerper vind ik het niets leuker dan als een fly on the wall in een bedrijf rond te lopen. Wat gebeurt hier allemaal? Wat kan hier allemaal? Alle rust en ruimte om in vrijheid te werken. Als je een onderzoeksvraag vantevoren moet formuleren, moet je het antwoord ook al formuleren.
TV
Dat klopt ja. Wat ik steeds belangrijker vind, is dat er iets met mijn ontwerpen gebeurt. Ik vind het frustrerend als het alleen voor de bühne is en geen impact genereert. Dan heb ik toch een bedrijf nodig waarmee ik een compromis kan vinden om het toch daadwerkelijk uit te voeren.
CM
Wat ik goed aan jou vind is dat je zo duidelijk bent in die compromissen benoemen en dat het dan ook lukt.
TV
Die compromissen zijn inderdaad nodig, maar het lukt alleen als je vooraf zorgvuldig de bedrijven kiest waarmee je wilt samenwerken. Het grootste gedeelte van mijn tijd gaat op aan partner-selectie. Dat varieert van jaarrapportages lezen tot de juiste persoon in een bedrijf vinden, die inzicht heeft in het productieproces en direct ziet hoe je het kan implementeren. Dit is een actief proces waarbij de kennis, de creativiteit en de brede blik van ontwerpers echt uniek is. De grens tussen materiaal-ontwerp en productontwerp is er wat mij betreft dan ook niet.
Jullie werken met natuurlijke afvalproducten, die gekenmerkt worden door organische imperfecties. Wat is jullie ervaring: hoe gaan bedrijven daarmee om?
TV
Ik zie nog steeds dat producten perfect moeten zijn. De imperfectie die toegelaten wordt, is nog steeds een definitie van perfectie, dus ik zie helemaal geen verschil.
CM
Toen ik net begon als ontwerper, was de tendens dat alles precies hetzelfde moest zijn. Die tijd is gelukkig voorbij aan het gaan. Ik zie wel een wens tot verschil bij bedrijven, maar het is nog heel lastig om imperfecties toe te laten in productiesystemen. Producten moeten uiteindelijk toch allemaal hetzelfde zijn. Behalve als het verschillend ontworpen is. Niet op basis van de keten, maar op basis van wat de ontwerper bedacht heeft – dan zijn de imperfecties ontworpen. Het zou mooi zijn al in de toekomst echte imperfecties in materialen meer worden toegelaten.
TV
Als dingen een imperfectie krijgen door gebruik, wordt daar minder moeilijk over gedaan.
CM
Zelfs als je het verschil mee-ontwerpt in het eindontwerp, vanwege hergebruikte materiaal, dan nog vinden bedrijven dit te ingewikkeld. Materiaal nieuw inkopen en vervolgens aanpassen gaat nu eenmaal sneller. Daar zit veel onwil. Daarom geloof ik in nieuwe wet- en regelgeving. Dat gaat een heleboel oplossen. Dan is het verplicht en wordt het een onderdeel van het systeem.
TV
Soms gaat het produceren nog wel, maar is het onderhoud het probleem. Mijn poefjes van mosselgranulaat en hout in de NS Stations kun je niet met een hogedrukreiniger schoonspuiten. Je moet er spreekwoordelijk met een plumeau langs. Daarnaast is het ontwerp voor een specifieke levensduur een uitdaging. Bedrijven denken en werken in cycli van 5 tot 10 jaar. Komt er een nieuw station, dan worden de poefjes weggegooid. Waardeketen-innovatie gaat over het gebruik en hoe je er naderhand mee omgaat. Als bedrijven moeten betalen voor hun afval en reststromen, zijn ze veel gemotiveerder.
Hoe zien jullie de rol van ontwerpers in deze transitietijd? En spelen materialen en producten ook een andere rol?
TV
De kracht van producten is dat ze een discussie op gang kunnen brengen. Dat je kernwaarden als circulariteit, lokaliteit, ‘actual cost’ en natuur inclusief aan het begin van de keten, helemaal door het productieproces en de verkoop bij de klant kan krijgen. Dat is het ultieme product voor mij. Vroeger was dat bijvoorbeeld een klomp, gemaakt van een populier die in je eigen dorp stond. Onze relatie met materialen en producten bestáát dus al, we hebben het alleen niet meer gedefinieerd. Dat is waar ontwerpers een belangrijke rol kunnen spelen.
CM
Voor ontwerpers is het echt een geweldige tijd. Dat is waar ons vak over gaat: dat je dingen wilt verbeteren, problemen wilt oplossen en onderwerpen zichtbaar wilt maken.
TV
Helemaal mee eens. Wij maken bijvoorbeeld stakeholder handouts – proposities en pitches voor verschillende partijen. Waarbij een boer een andere propositie krijgt dan de investeerder bij een bank, omdat beiden compleet verschillend naar diezelfde waardeketen kijken. De partijen breng je bij elkaar door items, evenementen of prototypes te ontwikkelen, die de communicatie tussen die partijen vervolgens mogelijk maken. Dit noem ik grensobjecten, ‘boundary objects’, die helpen om de gezamenlijke waarde te vinden.
CM
Mensen in de keten met elkaar laten praten, is inderdaad belangrijk. Ik werk veel met wol en wil dat de wolwasser straks de boer gaat adviseren hoe die het beste met zijn schapen kan omgaan, zodat de waarde van wol stijgt. Die kennis is verdwenen, omdat schapen een soort grasmaaiers zijn geworden, en wol in de perceptie alleen maar onhandig is.
TV
Ontwerpers zijn als verbinders hierin heel snel beter geworden. Sommigen hebben misschien niet eens door wat ze doen. Dit is de uitkomst van materiaalgedreven ontwerp en ontwerpend onderzoek. Dat mensen, die voorheen niet met elkaar konden communiceren, nu praten over thema’s als duurzaamheid en circulariteit. Je kunt dit ook doen door op voorhand de parameters van een materiaal te definiëren, zonder dat het materiaal is uitgevonden. Het jargon verzinnen, zodat je met verschillende mensen over het materiaal kan praten. Vóóraf creëer je dan een best practice of proof of principle.
CM
Jij omschrijft de keten in een handout of prototype, maar ik merk dat ik daar helaas niet zo veel geduld voor heb. Ik wandel liever door de keten en wil het léven! Ik ben door de gemeente Rotterdam gevraagd om iets doen met 6.000 kilo wol van 2.000 schapen. Echt een droomproject voor mij. Ooit ben ik afgestudeerd met een trui, “One sheep Sweater” gebreid van de wol van één schaap. Nu, bijna 20 jaar later krijg ik deze opdracht en begrijpen mijn opdrachtgevers tot in de vezel waar dit over gaat! Het is prachtig dat je geen marketingverhalen hoeft te bedenken, maar dat de waarde van het materiaal zélf spreekt.
TV
En soms is de waarde van een bepaalde keten nog niet eens zichtbaar! Voor ProRail doen we een project. Zij hebben 3.000 kilometer spoor met aan beide kanten een stuk land waar van alles groeit. Wij hebben gezegd: je zou gek zijn als je dat niet onderdeel van je waarde maakt. De mazzel van ProRail is dat ze de hele waardeketen bezitten; er is geen discussie van wie die grond is, dus de stakeholder-gesprekken zijn heel simpel.
Wat jullie verbindt, is dat jullie allebei met lokaal gewonnen materialen werken. Jullie hebben er podium aan gegeven. Hoe kan lokaal produceren tot de oplossing van duurzame productie behoren?
CM
In mijn loopbaan heb ik veel mooie lokale productiebedrijven zien verdwijnen. De behoefte om dingen te maken en onderdeel te zijn van maakprocessen is er wel, maar het is niet meer rond te breien qua kosten. Met het verdwijnen van die bedrijven, verdween ook specialistische, mooie kennis over materialen. Dit moet terugkomen, omdat het een natuurlijk onderdeel is van de maatschappij is.
TV
Lokaliteit is het meest ingewikkelde thema dat ik in mijn werk ben tegen gekomen. Deels geloof ik er niet in. Wij werken veel in China en India, waar alles is ingericht op productie. Waar het vaak fout gaat in de globale keten, zijn alle issues rondom de grondstoffen-stromen. Tegelijkertijd kunnen we in Nederland een heleboel dingen niet meer. Is het dan de moeite waard om het produceren hier te implementeren? Ook mis ik de verbinding met consumenten. Het is belangrijk dat zij weten waar grondstoffen en producten vandaan komen, door wie producten gemaakt zijn. Je zit als ontwerper constant in een spagaat als het gaat over wat je intenties zijn en wat de praktijk brengt. Maar met een beetje mazzel druppelt het naar beneden en wordt het beter. Ik ben tot de conclusie gekomen dat je onderscheid kan maken tussen de organisch en synthetische waardeketen. De organische kan lokaal zijn en de synthetische niet, omdat deze globaal wordt geproduceerd.
CM
Bij wol is er gewoon niet veel kennis meer. Daar moet je een nieuwe keten proberen te maken. En met vlas: ik ben twee of drie jaar aan het e-mailen geweest, voordat ik überhaupt kon beginnen! Ik begrijp dat totaal lokaal produceren niet kan, maar het is wel belangrijk dat een deel van de productie lokaal is. Het is één planeet die we met z’n allen moeten delen, qua grondstoffen, voedsel noem maar op. Als het misgaat, zijn we nóg oneerlijker aan het verdelen. Het is belangrijk om een gemeenschappelijk begrip te hebben wat het betekent om materialen te gebruiken. Nu hebben we alles ge-outsourced en, denk ik, dat we collectief niet meer begrijpen wat producten betekenen.
Hoe zien jullie de veranderende rol van (materiaal)ontwerp nu er belangrijke stappen richting duurzaamheid moeten worden gezet?
TV
Waar ik tegenaan loop, omdat ik ook in India en China werk, is het verschil tussen arm en rijk. Wij kunnen in het Westen in een duurzame wereld leven, maar de kosten worden ergens betaald. We moeten dit op één planeet oplossen. Als het misgaat, wordt ergens de prijs betaald. En omdat in eerste instantie het niet in je achtertuin plaatsvindt, wil niet zeggen dat het niet bij je terechtkomt.
CM
Ja dat is waar. Materialen en ketens moeten gewoon beter begrepen en verbeterd worden. Vaak klopt het ook niet. Hoe bedrijven greenwashen en zich in de circulaire wereld wringen! Duurzame bedrijven lopen ook op tegen de niet-mooie kant van producten maken. Maar dat wil niemand vertellen, want dan haakt iedereen af – mensen willen immers een simpel verhaal horen. Maar dat kan niet als je de negatieve of ongemakkelijke kanten niet wil zien. Alles moet transparanter en opener.
TV
Toch denk ik dat greenwashing als fenomeen belangrijk is. Dat we dit op een of andere manier doorlopen. Dat is ook de manier waarop de consument een jargon ontwikkelt en een keuze tussen goed en kwaad kan maken. Het is belangrijk dat we slikken dat bedrijven greenwashen, dat hoort bij die transitie. We moeten het alleen heel snel doormaken.
CM
Misschien moeten we éérst die schaarste voelen, dat de overvloed er écht niet meer is. Wij zijn zo gewend aan een hoge kwaliteit voor weinig geld. Maar als je doorberekent wat de consequenties zijn, klopt het niet.
TV
Het ontwerpersvak gaat in de toekomst nog meer over ethiek. Verantwoordelijkheid nemen, hoort erbij. Een ontwerper binnen een bedrijf zou ook de sustainability officer kunnen zijn. De waarheid ligt soms niet aan de voorkant, maar juist helemaal in de complexiteit van een systeem.
Stel; we zijn 10 jaar verder. Wat is jullie wens voor het vakgebied van ontwerpen? Wat zou je voor de toekomst wensen; wat hebben we nodig?
CM
Ik zou de ontwerpers toewensen dat zij op een makkelijkere manier opgaan in verschillende onderdelen van de keten. Makkelijk aansluiting vinden. Zowel in de productie-ketens, maar ook aan de financiële kant. Dat ontwerpers onderdeel van het hele proces worden.
TV
Ik hoop dat ontwerpers er bij het ontwerpen van een product automatisch van uitgaan dat je geen schade mag aanrichten. Of dat ook echt zal gebeuren is een andere zaak. Ik ben de laatste om te zeggen dat het verplicht moet zijn, maar ik vind wel dat het onderdeel van de ontwerp-opgave moet zijn.
CM
Ja, dat vind ik ook een hele mooie. Dat je ontwerpt met het idee dat je geen schade toevoegt, maar iets goeds toevoegt. Maar je moet wel kunnen leren binnen een proces. Dit gaat over ethiek, dus je moet fouten mogen maken, of fouten mogen verbeteren. Je moet een ontwikkeling kunnen doormaken. Vergeet niet: heel Nederland is onontgonnen gebied! Er valt qua materialen, ambacht en ontwerp eindeloos veel interessants te ontdekken. Loop naar buiten en je komt meteen iets tegen.